Rottige vraag

“Jullie eten geen eieren, maar wel brood, toch?!” appt mijn moeder me een week voor het gezamenlijke Paasontbijt. We eten al jaren vegetarisch, maar sinds een paar maanden eten we zoveel mogelijk plantaardig. Ik ben inmiddels zelf erg alert op de N op de verpakkingen. “Vega” zonder betekent immers vegetarisch, “Vegan” met N betekent veganistisch. Op niet alle producten die plantaardig zijn staat “vegan”, dus ik ben bedreven in het scannen van dikgedrukte ingrediënten. Melk of eieren behoren namelijk tot de allergenen en staan daarom dikgedrukt op het etiket. Maar goed, ik kan me voorstellen dat niet iedereen hier even bedreven in is, dus ik stel voor dat wij broodbeleg meenemen voor het Paasontbijt. Mijn ouders zorgen voor de broodjes.

De tafel is prachtig gedekt met een feestelijk wit kleed. Op de vensterbank staat een bos oranje tulpen en een metalen paashaas. Mijn moeder heeft scones gebakken. “Met speciaal voor jullie plantaardige room!” zegt mijn moeder trots. De scones zijn heerlijk. “Zijn deze scones plantaardig?” vraag ik mijn moeder terwijl ik een grote hap van mijn scone neem. “Ja” zegt mijn moeder. “Er zit alleen gefermenteerde melk in. Maar een paar procent. Bij de mix hoefde alleen maar water toegevoegd te worden.”. Mijn moeder laat me het pak zien.

Ik bekijk het etiket van het pak van de sconesmix kijk lees ik dat er behalve yoghurtpoeder ook scharrelei-eigeelpoeder in zit. Ik knik en slik. Ik had deze rottige vraag niet moeten stellen. Gefermenteerde melk (yoghurt) is niet plantaardig, en scharrelei-eigeelpoeder evenmin. Wat ga ik doen? Ga ik mijn moeder erop wijzen dat deze scones niet plantaardig zijn of ga ik mijn moeder prijzen voor de plantaardige room? En maakt het verschil voor het dierenleed, die paar procent kippenei?

Ja, dat maakt uit voor het dierenleed die paar procent kippenei-eiwit. Stijn Bruers heeft het uitgerekend in zijn boek “Goed bedoeld, 30 valkuilen voor de wereldverbeteraar”. Veel vegetarische producten bevatten een paar procent kippenei-eiwit. Stel dat een vegetarische worst 4% kippenei-eiwit bevat. Je kunt berekenen dat voor 1 kilogram vegetarische worsten vier eieren nodig zijn. De morele voetafdruk (het aantal gebruikte en gedode dieren of het aantal uren dierenleed per kilogram product) is bij eieren ongeveer twintig keer hoger dan bij rood vlees. Volgens deze berekening zijn ei-eiwit bevattende vegetarische producten vijf keer slechter dan rood vlees in termen van gedode dieren en uren leed. Als je kijkt naar dierenleed veroorzaakt een vegetarisch product met een paar procent kippenei-eiwit meer dierenleed dan rood vlees. Vleesverminderaars die rood vlees vervangen door alternatieven doen er dus goed aan te kiezen voor volledig plantaardige of veganistische vleesvervangers en niet voor kippenvlees, eieren of ovo-vegetarische producten. Een gemiddelde vleeseter kan overschakelen op een gezonder en duurzamer voedingspatroon door rood vlees te vervangen door veganistische eitwitrijke vleesvervangers en kippenvlees en eieren te vervangen door noten, zaden en groenten. Dan krijg je een evenwichtig voedingspatroon. Ten slotte kunnen consumenten de producenten van ovo-vegetarische producten  aansporen om het ei-eiwit in hun producten te vervangen door diervrije eiwitalternatieven.1

Voor het dierenleed maakt die paar procent kippenei-eiwit dus zeker verschil. Voor de sfeer maakt het echter ook veel verschil om de paar procent ei of melk in een product te bespreken. Ik kies ervoor om de sfeer goed te houden. “De scones zijn erg lekker. Wat fijn dat je speciaal voor ons plantaardige room hebt gekocht!”

1 Stijn Bruers, Goed bedoeld, 30 valkuilen voor de wereldverbeteraar


 

Populaire posts van deze blog

Omvangrijk, oplosbaar, onderbelicht en orthopedie

Hoe kunnen we blindheid voorkomen?

Bloedserieus over de fietshelm